De familie van de Weerd komt van oorsprong van het Kampereiland, De eerste van de Weerd die wij hebben kunnen vinden is Lubbert Peters van de Weert 1628-1665 hij trouwde op 23 september 1660 (donderdag) in Kampen, met Geertruid Louws van ’t Eylandt 1633-1714.
Na het overlijden van Lubbert hertrouwde Geertruid met Jan Aertzen van der Weerd (van het Hatelandt) 1631-1715 die toen de familienaam van de Weert aannam. zij trouwde op 24 mei 1665 (zondag) op het Kampereiland (het Hatelandt nu Haatland zo heet nu het industrieterrein bij Kampen)
Toestemming voor dit huwelijk is 24 augustus 1660 verkregen te Kampen. Weduwe van Lubbert Peters op de Weert. Ook Getruijt (1670) / Geertruijt (1676) genoemd.
Toen Louwes zesde dochter Geertruid hertrouwde werden Hendrick Jans Timmerman en Jacob Dircks tot voogd aangesteld over Louwe en Annigien, haar kinderen bij Lubbert Peters. Pachter van de stadserven op het Kampereiland. Erf 23/eerste erf van de Kuinreturfswaard: (1664) – 24-05-1665 weduwe van Lubbert Peters Groen samen met Dirk Antonies van den Bosch. Erf 12/Kattenwaard: (1664) – 24-05-1665 weduwe van Lubbert Peters Groen samen met Dirk Antonies van den Bosch.
Het merendeel van deze familie bleef op het Kampereiland of in Kampen wonen men werkte daar vooral in de agrarische sector maar ook beroepen als stalhouder, rijtuigverhuurder en sigarenmaker komen in deze familie voor.
De stormvloed van 1825 was tot op dat moment de grootste stormvloed waar men toen mee te maken had in de 19e eeuw. Qua omvang is deze stormvloed te vergelijken met de watersnoodramp van 1953. Op vier en vijf februari 1825 werd vooral het Zuiderzeegebied zwaar getroffen. De Waterlandse Zeedijk brak door en het gehele achterliggende land kwam onder water te staan tot aan de Zaan toe. Het zelfde was het geval onder Nijkerk en Elburg, de toren van de oude kerk in Doornspijk storte in (de fundamenten liggen daar nog steeds in de dijk).
Overijssel en Friesland werden het zwaarst getroffen. In Overijssel was zowat het gehele noordwesten onder water gelopen, het water stond tot bij Meppel, Dalfsen en Wijhe. De Kampereilanden, De kamperzeedijken en de achterliggende Mastenbroeker polder werden totaal verwoest, waarbij de op drift geraakte balken uit de paalwerken uit het eiland Schokland dood en verderf zaaiden.
Tijdens de stormvloed van 1825 kwamen 379 mensen om het leven waarvan 305 mensen uit Overijssel.
Deze familie van de Weerd woonde in Kampen en de directe omgeving, zo was daar Jan Louws van der Weerd 1800-1880 die verloor in die storm haast al zijn bezittingen.
Hij pachtte van 1823-1841 Erf 60, “Slag de Kruishoop” waarvan ten gevolge van de stormvloed van 4-5 februari 1825 huis en en schuur geheel werden weggespoeld, van 1840-1849 pachtte hij erf 12 “De Kattenwaard” op het Kampereiland tegen f 1160,00 per jaar en het zelfde erf groot 34 bunders, 82 roeden, 30 Ellen, van 1850-1859 tegen f 1360,00 per jaar. en van 1860-1861 pachtte hij erf 19 “t Raas”tegen f 2 770,00 per jaar